MNRI

MNRI-reflexintegratie richt zich op de optimale ontwikkeling van het kind middels het verbinden van brein en lichaam via speciale oefeningen.

De 4 basisprincipes voor meer tuingeluk

Een grote of kleine tuin in stijlvolle, landelijke, klassieke of moderne stijl. Alles is mogelijk. Uw tuinbeleving is voor ons belangrijk. Daarom werken we volgens de 4 basisprincipes van Tuingeluk©. Dat betekent dat wij tuinen ontwerpen met voldoende groen, rekening houden met hoogte-elementen, privacy en de juiste energiebalans.

Wat is MNRI-Reflexintegratie?
MNRI staat voor: Masgutova Neuro-sensory-motor Reflex Integration.

Als je een vinger in het handje van een baby legt, zal hij automatisch je vinger stevig vastgrijpen. De grijpkracht is zó sterk dat je hem eraan kunt optrekken. Dat is de grijpreflex. Doordat het kind steeds beter in staat is dingen te pakken en weer los te laten, zwakt die sterke grijpreflex af en krijgt het kind meer controle over de handbewegingen. Van alles pakken en keer op keer op de grond gooien is dus een leuk en nuttig spelletje! Een goede grijpreflex is de basis voor het steeds nauwkeuriger kunnen gebruiken van de handen en voor het leren schrijven.

MNRI-reflexintegratie richt zich op babyreflexen die ontstaan tijdens de zwangerschap en zich ontwikkelen gedurende de eerste levensjaren. Een reflex is een onwillekeurige, automatische reactie van het lichaam op een prikkel. Deze reactie wordt aangestuurd door het zenuwstelsel. Reflexen verbinden brein en lichaam en zorgen ervoor dat het kind adequaat op zijn omgeving kan reageren. Ook spelen ze een belangrijke rol in de ontwikkeling van het kind op het gebied van motoriek, prikkelverwerking, leren, concentratie, gedrag en emoties. Reflexen staan niet op zichzelf maar vormen een deel van een keten van reflexen en bewegingen, de reflexpatronen.

Als de groei van een kind normaal verloopt ontwikkelen de babyreflexen zich tot volgroeide houdings- en bewegingsreflexen. Met andere woorden, de reflexen vormen een goed geïntegreerd netwerk, de reflexintegratie. Die stelt het kind in staat zich verder te ontwikkelen.

Problemen met de reflexintegratie
Soms raakt de integratie van reflexen verstoord. Dat kan bijvoorbeeld door:

  • Problemen tijdens de zwangerschap of rond de geboorte.
  • Langdurige stressvolle situaties zoals verblijf in de couveuse, ziekenhuisopname of een onveilige thuissituatie.
  • Acuut trauma.
  • Onvoldoende ruimte en gelegenheid om te bewegen en zich te ontwikkelen, bijvoorbeeld door een spreidbroek te moeten dragen of door opname in een ziekenhuis.
  • Het niet bereiken of overslaan van de mijlpalen van de ontwikkeling zoals rollen of kruipen.

Door deze problemen tijdens de vroege ontwikkeling van een kind, ontstaat verstoring in de reflexintegratie. Dit gaat niet vanzelf over en blijft soms zelfs een leven lang merkbaar.

Om de verstoring te compenseren ontwikkelt een kind strategieën die veel extra energie  kosten. Dagelijkse handelingen en bezigheden zowel thuis als op school, met sporten of buitenspelen kosten het kind veel meer moeite.

Wanneer reflexintegratie gecombineerd met Kinderoefentherapie kan helpen
Kenmerkend voor verstoring van de reflexintegratie bij kinderen zijn o.a.:

  • Ontwikkelingsproblemen: een vertraagde of verstoorde ontwikkeling. Traag bereiken van de motorische mijlpalen (rollen, kruipen, zitten e.d.), atypisch uitvoeren of overslaan hiervan. Bijvoorbeeld billenschuiven of tijgeren i.p.v. kruipen.
  • Compensaties ontwikkelen voor handelingen die moeite kosten: in het voorbeeld van de grijpreflex kan de compensatie een krampachtige pengreep zijn. Hierdoor kan het kind niet goed schrijven en heeft moeite met de fijne motoriek zoals knoopjes sluiten of knutselen.
  • Verstoorde prikkelverwerking: als prikkels niet goed verwerkt worden kan het kind prikkels vermijden of ze juist opzoeken. Ook ander gedrag zoals boos worden of slecht kunnen concentreren kan hiermee te maken hebben. Bij verstoorde prikkelgevoeligheid kan ook over -of ondergevoeligheid ontstaan, bijvoorbeeld voor aanraking of (hard) geluid.
  • Te hoog of te laag alertheid niveau: dit kan zich uiten in té wakker of juist heel passief zijn.
  • Te hoge of te lage spierspanning: een kind met te lage spierspanning voelt heel slap aan, glijdt bijna uit je handen bij optillen. Een kind met te hoge spierspanning zal zich vaak stijf houden of overstrekken. Beide leiden vaak tot problemen bij de verzorging en tot ontwikkelingsproblemen.

Het goede nieuws
Moet je het daar dan mee doen? Nee!
Als de binnenkomende prikkels beter door het zenuwstelsel verwerkt worden, worden andere reacties, bewegingen, leervaardigheden en gedrag mogelijk.
Na een gesprek en onderzoek, start de therapie met oefeningen die ook thuis gedaan kunnen worden. Daarnaast worden dagelijkse handelingen, leervaardigheden, sport en spel die betrekking hebben op de klachten van het kind geoefend en betrokken bij de behandeling. Deze zijn belangrijk om het proces aan het dagelijks handelen te koppelen.
De ouders krijgen tijdens de therapie uitleg en instructie over de therapie en de oefeningen. Hierdoor worden zij in staat gesteld hun kind helpen en te ondersteunen maar kunnen zij ook uitleg geven aan anderen over de problemen van hun kind. Het kind voelt zich hierdoor gehoord en gesteund door zijn ouders.

MNRI voor Volwassenen
MNRI English

CONTACT
TERUG

MNRI-Reflexintegratie